De hoef

De hoef van een paard is een knap staaltje natuur, een hoogwaardig orgaan, dat meer dan 100 kg van een paard kan dragen.

Het hoefmechanisme
Bij het op en neer bewegen van de hoef verandert de hoef elastisch van vorm.  Wanneer het paard zijn hoef op de grond plaatst zet de conische hoefwand aan de bodem uit, wanneer hij zijn hoef optilt veert de hoef weer terug naar zijn gesloten vorm en krijgt zo weer op de juiste manier contact met de bodem. Bij een beslagen paard is deze functie alleen beperkt mogelijk. Het gewicht wordt op de rand van de hoefijzer gedragen,  het voorste gedeelte van de hoef heeft een zeer beperkt vermogen zich te bewegen.  Dit heeft een verhoogde beweging in de hiel tot gevolg. Bij een beslagen paard treedt  verhoogde slijtage van de hielen en verminderde slijtage van de teen en de zijwand op.

De hoef als pomp
Door het hoefmechanisme – het uitzetten en weer samentrekken van het hoefkapsel – wordt niet alleen de doorbloeding van de hoef bevordert, ook wordt, bij elke stap, het bloed terug naar het hart gepompt. Omdat de benen van een paard erg lang zijn, is de terugstroom van het bloed door de aderen erg moeilijk. Door de beweging van de hoeven wordt de terugstroom bevordert. De hoeven zijn een belangrijk onderdeel van de bloedsomloop van het paard. Deze functie is ook zeer belangrijk voor de stofwisseling van het paard. Wanneer het hoefmechanisme wordt beperkt door te weinig beweging, zullen de stofwisselingsorganen daaronder lijden.

Schokdemping
Voor de belasting worden de enorme krachten geabsorbeerd door de hoef. Door het hoefmechanisme wordt een groot deel van de klap opgevangen. Door het verticale hoefmechanisme is de hoef in staat om zich bij ongelijkmatige ondergronden aan te passen.

Hierover 2 video’s  over het afrollen van de hoef.

 

Afrollen zonder hoefijzers

Afrollen met hoefijzers

Bescherming tegen schuiven, temperatuurisolatie en mechanische bescherming

Het hoornkapsel geeft bescherming op iedere ondergrond. Zeker op harde ondergronden dienen de hoeksteunen, straal en de wanden in een bepaalde hoek als rem.

Bovendien dient het hoorn als isolatie en beschermt ook bij zeer lage temperaturen.

Het vaste hoornomhulsel beschermt de gevoelige delen van binnen tegen vocht, droogte en harde ondergronden. Ook het binnendringen van lichaamsvreemde stoffen wordt door een gezond hoornomhulsel bemoeilijkt. Doordat steeds nieuw hoorn wordt aangemaakt, blijft de bescherming ook bij sterke wrijving op ruwe ondergronden behouden. Veel beweging bevordert de hoorngroei. Op deze manier kan het hoefomhulsel door regelmatige training aan hogere belastingen wennen.

Samenvattend kan men zeggen dat gezonde hoeven een goede basis zijn voor een gezond paard. Voor gezonde hoeven is het uitgangspunt in huisvesting, verzorging en het voer van paarden zo dicht mogelijk bij de natuur te blijven.